Laatst had ik het genoegen om, naar aanleiding van 'Rosa's oorlog' Mies Snikkers te spreken, een vrouw van 97 die ik in het nawoord aanhaal als een van de weinigen die nog kan verhalen over de verboden jazzavonden in het Katendrechtse café Belvédère. Ondanks haar hoge leeftijd klonk ze fris en energiek en ik kon me goed voorstellen hoe ze als jonge vrouw de dansvloer onveilig had gemaakt. Ze vertelde me hoe ze had genoten van die avonden op de Kaap: 'Je kon even ontsnappen aan de benauwenis van de oorlog. Daarom snap ik heel goed dat de jongeren van nu lijden onder deze situatie: als je jong bent, wil je léven!' Ze praatte er nog even over door en liet toen, voor het eerst in het gesprek, een stilte vallen. 'Weet je waar ik niet tegen kan? Als ze de coronacrisis vergelijken met de oorlog. Dit is erg, maar zo erg als in de oorlog, nee...' Ik geef Mies Snikkers groot gelijk, want zo zag kerst er tijdens de hongerwinter van 1944 er in de meeste huishoudens uit: geen of nauwelijks eten, geen kerstboom en al zeker geen cadeautjes. Wat er wel in ruime mate was: kou, honger en angst. Dus laten we blijven relativeren en genieten van wat we nog wél hebben, met Mies als lichtend voorbeeld: 'Ik zit nu dan wel in een rolstoel, maar lieverd, je moet me zien: ik zwíér door de kamer!'
Ik wens iedereen een kleine, maar fijne kerst en een hoopvol uiteinde. We komen hier weer uit!
Comments